Solastalgie

Eco-emoties, Solastalgie

Als we ons leven niet radicaal omgooien, sterven we uit. Tegen beter weten in blijven we de comfortabele maar suïcidale praktijken die bij de westerse levensstijl horen herhalen. We weten dat het slecht is, maar toch…

De Australische filosoof Glenn Albrecht schrijft over eco-emoties, verhaalt over zijn hoop op een nieuwe generatie die zich ten diepste verbonden voelt met de aarde: Generatie Symbioceen. Albrecht ontwikkelde de afgelopen jaren een indrukwekkend nieuw vocabulaire om woorden te geven voor deze tijd vol pijnlijke transities. Solastalgia (het gevoel van heimwee terwijl je al thuis bent, omdat het landschap onherroepelijk is veranderd door o.a. natuurbeheer, klimaatverandering), biophilia (liefde voor het leven), soliphila (liefde voor een specifieke plek), terrafurie (razende woede over ecologische ontwrichting), ecofobie (angst voor de natuur), symbiografie (beschrijving van je leven in relatie met de natuur), terrafurie (woede om de teloorgang van de planeet), topo-aversie (afkeer van een bepaalde plek) en topofilie (liefde voor een bepaalde plek), enz.

In de huidige tijd, het antropoceen, zijn mensen, planten, dieren en dingen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit vraagt om nieuwe vormen van vertegenwoordiging in politiek, recht, ethiek en taal. Naar het voorbeeld van filosoof Bruno Latour, dieren en dingen een stem te geven, moeten we als politiek en maatschappij onderzoeken hoe bomen, planten en dieren over zichzelf zouden kunnen beschikken, ze een maatschappelijk en politiek verantwoord eigen stem en positie te geven. Hoe bossen en ander natuurlijk landschap een eigen rechtspersoon zouden kunnen zijn, zoals in sommige landen al het geval is voor bossen en rivieren.

Solastalgie is een vorm van psychisch of existentieel lijden als gevolg van klimaatopwarming, maar ook door het ontstaan van grote veranderingen door zogenaamd natuurbeheer: kapvlakten, ontkroonde bomen, omgelierde bomen, geringde bomen en ander snoei- en zaagactiviteiten door gemeenten, natuurbeheerders en overige grondbezitters. Maar ook het geknal van de jacht in de avond- en ochtendschemering, ‘omdat er teveel van zijn’, als steevast excuus. Maar nadat de (drijf)jacht aan banden is gelegd, gaat menig jager voor zijn of haar plezier naar het buitenland: Polen, zelfs Afrika. Het blijkt een niet te bedwingen verslaving aan adrenaline, ook wel plezierjacht genoemd.
Natuurbeheer haalt de spontaniteit weg uit de successie van de natuur. Wat overblijft is een verarmd eentonig boslandschap met weinig tot geen onderbegroeiing.

Maar gelukkig is de wolf aanwezig in datzelfde landschap. De wolvenroedels houden de grazers in beweging waardoor planten meer kansen krijgen te groeien. Meer onderbegroeiing betekent meer leef- en rustgebied voor vogels en andere kleinere diersoorten. Het tegengaan van overbegrazing door herten, reeën, paarden, runderen betekent meer biodiversiteit en minder erosie.
De schapen van hobbyboeren worden gehouden voor de slacht dus wat maakt het uit wie die schapen opeet. De gedode schapen worden vergoed.

Ieder jaar wordt de kwetsbare natuur drastisch gewijzigd, waardoor habitat van vogels, wild en recreatiegebeid voor de mens verstoort raakt. Dieren raken ontheemd en moeten op zoek naar ander leefgebied, dat vroeg of laat ook weer verstoord wordt door … jawel: dezelfde natuurbeheer.

Het woord Solastalgie is opgebouwd uit het Engelse solace (vertroosting), dat we ook zien in nostalgie, en het Griekse algos (pijn). Solastalgie is dus etymologisch ‘de pijn van (het verlies van) vertroosting’. De vertroosting die het landschap eens bracht bestaat niet meer.
Natuurbeheer is een keiharde egoïstisch economische activiteit die bewust en weloverwogen met niks en niemand rekening houdt. En waar zogenaamde natuurbeheerders hun bestaansrecht mee afkopen. Wat er in werkelijkheid plaatsvindt is dat het huidige natuurbeheer, wat in feite als ecologische ontwrichting moet worden beschouwd, gevoelens van ecofobie creëert.

Veranderingen in en aan het landschap kunnen worden veroorzaakt door klimaatopwarming, maar ook door het verlies aan biodiversiteit, door industriële ingrepen of simpelweg allerlei veranderingen in het landschap die als ramp kunnen worden ervaren. In het essay Waarom we moeten leren rouwen om ecologische ontwrichting van Evanne Nowak is te lezen dat solastalgie niet alleen gaat om ‘landschapspijn’, maar ook om het verlies van een gevoel van thuis zijn, van een identiteit.

Natuurbeheer is een leugenachtige eigenschap van falende natuurbeheerders, gebaseerd op neoliberaal kapitalisme, dat we eindeloos moeten blijven consumeren. Blijkbaar ten koste van alles en met rampzalige gevolgen. Dat Natuurmonumenten plannen ontwikkeld om de recreant straks parkeergeld te laten betalen om een natuurwandeling te gaan maken, is één voorbeeld hoe de commerciële natuurbeheerder de zaken rondom de natuur benadert. Natuur moet geld opleveren zodat de natuurbeheerder exclusieve kantoren, terreinwagens en salarissen kan betalen, terwijl vrijwilligers worden ingezet voor het zware werk. Het natuurbeheer wordt gefinancierd met publiekelijke gelden, ons belastinggeld. Waar is ons recht op inspraak?

De emotionele en spirituele waarde die de natuur in zich draagt, wordt verwaarloosd door groene vrouwen en mannen die ons voorhouden voor het milieu op te komen. Wat in de vele reeds verschenen rapporten over natuurbeheer steevast geschreven wordt.

Ecocentrisme zou weer centraal moeten worden gesteld en niet onze kapitalistische manier van leven, het antropocentrisme. Waarin de mens zichzelf op een voetstuk heeft gehesen, de troon van God heeft overgenomen.

In hoeverre is ‘menselijk welzijn’ nog houdbaar, zonder het welzijn van andere levende wezens (bomen, planten, dieren, enz.) daarin mee te nemen?

De mens moet af van de verslaving aan dominantie en heerschappij. En ook van het idee dat we de natuur naar onze hand kunnen blijven zetten.

Zelfs het opnieuw laten meanderen van sloot, beek, rivier valt onder domineren en heersen. De natuur is geen moestuin.